De wagen draait de bosweg in. Takken schrammen het dekzeil en de twee dieren hebben de grootste moeite om het gevaarte door de modder vooruit te krijgen. Roya kijkt achterom naar Xulo. Xulo heeft de reis nog nooit gemaakt en is alleen maar meegegaan omdat zij dat wil. Roya krijgt er steeds meer spijt van dat ze Xulo heeft gevraagd mee te komen. Maar het moest van de koning. Ze zijn er bijna. Opeens breekt er een wiel af. Roya schrikt. Ze valt van de kar af. Xulo weet niet wat hij moet doen. De paarden raken in paniek. Ze steigeren. De kar valt om. Xulo ligt onder de kar. Hij kan nog net op tijd weg kruipen, want de kar viel richting zijn kant. Xulo voelt aan zijn been. Het doet erg veel pijn. Hij kijkt naar Roya die een eindje verderop ligt. ¨Hée!¨ roept Xulo. ‘’Hée Roya! Alles oké?’’. Geen reactie. Misschien is ze bewusteloos. Xulo begint een dreunende hoofdpijn te krijgen. Hij voelt een bloeddruppel lopen over zijn wang. Wat moeten we nu doen. Denkt Xulo. Hij schrompelt naar Roya toe. Ze ziet er niet best uit. Hij tikt tegen haar gezicht. Hij weet niet wat hij moet doen. Er is niemand in de buurt die hem kan helpen. Hij rukt de kussens uit de luxe kar. Hij legt ze onder haar hoofd en rug. De paarden maakt hij vast aan een boom. Dan ziet hij een wolf. Dat kan er ook nog wel bij. Xulo twijfelt. Staart de vos nou naar Roya, of naar de paarden. Xulo schreeuwt een kreet naar de wolf. Het lijkt niet te helpen. Xulo sprint naar Roya toe. Het gaat niet snel, want zijn been doet verschrikkelijk veel pijn. Hij is sneller als de wolf. De wolf begint te grommen. De wolf sprint op Xulo af. Xulo begint te gillen. BOEM! Een schot klinkt. De wolf valt dood neer. Xulo kijkt om zich heen. Hij ziet een jager. “Bedankt!” zegt Xulo. “Hoe kan ik u ooit bedanken!?” “Dat hoeft niet. We moeten snel zijn, voordat er meer komen.” De jager tilt Roya op. Hij draagt haar om zijn schouder. Xulo neemt de paarden mee. “Kom, we gaan naar mijn hut. Daar is het veilig. Ik kan jullie terug brengen naar de stad, maar eerst moet Roya genezen. En je been ook.” “Dat zou fijn zijn, ik wil even op adem komen.”
Esmee: Goed!
Indy: Goed verhaal
Esmee: Goed!
Indy: Goed verhaal