“DE JONGEN IN DE GESTREEPTE PYJAMA”
Inleiding: Ik wil jullie wat vertellen over het boek: De jongen in de gestreepte pyjama.’ Het is geschreven door John Boyne. Omdat het een boek is, vertaald vanuit het Engels, staat het niet op de literatuurlijst. Dan is de kracht een beetje van de woorden af.
Ik vertel jullie nu kort wat over de schrijver. De titel verklaar ik tijdens mijn boekbespreking wel.
Schrijver: John Boyne is een Ierse schrijver, geboren in Dublin in 1971. Hij heeft op de Hogeschool in Dublin gezeten en op de Universiteit van East Anglia. Hij heeft 5 novelles gepubliceerd. De eerste heette een Dief van de tijd. Voor bijna elk boek heeft hij een award gewonnen. Maar het boek “de jongen in de gestreepte pyjama” is wel het bekendste boek geworden van hem. Het was zijn eerste boek voor jongeren, maar het kan ook heel goed door ouderen worden gelezen. Ook zijn daar de filmrechten al van verkocht. Buiten schrijven om is hij journalist, schrijft hij boekrecensies en andere artikelen. Zijn boeken worden vertaald in 32 talen en zijn dus overal verkrijgbaar. Verder is hij nu bezig met zijn 6e roman. Die wordt binnenkort gepubliceerd.
De aanleiding van John Boyne om dit boek te schrijven:
Hij had het beeld van twee jongens in het hoofd die aan beide kanten van een omheining zitten. Ze wisten niet wat ze daar deden, maar hij wel. En daar wilde hij een verhaal over vertellen. Dat is dus dit boek geworden. Hij zegt wel dat het onmogelijk is om de mensen van vandaag te laten begrijpen hoe erg de holocaust was, maar hij probeert wel om zoveel mogelijk emotionele waarheid aan het licht te brengen. En dan door het oog van een naïef jong kind. Omdat kinderen het zo ook kunnen begrijpen en die hebben ook recht op de waarheid.
Motivatie: Waarom heb ik voor dit boek gekozen? Ik had in eerste instantie nog nooit van dit boek gehoord. Toen lag het opeens thuis, dus ik had zoiets van: “Nou, laat ik eens gek doen en ff kijken wat dat voor boek is. Nooit gedacht dat het zó’n aangrijpend en meeslepend verhaal is. En ik wil jullie d.m.v. mijn boekbespreking er zo enthousiast over maken dat jullie het ook gaan lezen. Dit is gewoon een boek waarop niets is aan te merken. En gewoon steengoed geschreven. Het is vanuit het oog van een negenjarig jongetje geschreven en dat op een hele knappe manier. Het heeft een dubbele laag die je ongemerkt gelijk begrijpt. Het verhaal sprak me gewoon aan. Dus daarom doe ik hier mijn boekbespreking over, ook al staat hij niet op de lijst, jammer genoeg.
Tijd: Het boek speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1943.
Informatie hoofdpersoon: De hoofdpersoon in het boek is de 9-jarige Bruno. Het zoontje van een belangrijke onderdaan van Hitler. Bruno is een heel intelligent jongetje. Dat is goed te merken aan de manier hoe hij praat en bepaalde uitdrukkingen die hij gebruikt. Ik zal in mijn samenvatting een paar citaten daarvan laten horen. Als je het boek leest, lijkt hij veel ouder dan 9 jaar. Verder wil hij later ontdekkingsreiziger worden, en in het boek oefent hij daar alvast voor. Hij kijkt heel erg tegen zijn vader op. Omdat die altijd van die mooie uniformen draagt en heel sterk is en alles durft te zeggen. Terwijl Bruno dat niet mag. Bruno heeft een goed karakter. Hij wil graag voor iedereen heel goed zijn, en probeert altijd om geen verkeerde dingen te doen. Eerlijk zijn en gehoorzaam bijv. Hij neemt dingen heel scherp in zich op en het is heel grappig hoe hij dat voor zichzelf uitlegt. Enkele voorbeelden daarvan later in mijn samenvatting. Over zijn uiterlijk kan ik alleen zeggen dat hij heel klein voor zijn leeftijd is en daar regelmatig mee wordt geplaagd, wat hij overigens vreselijk vind.
De belangrijkste bij persoon is Shmuel. Een 9-jarig Joods jongetje met een totaal ander leven als Bruno. Hij probeert hem duidelijk te maken wat er allemaal gebeurt maar dat lukt niet echt. Ze sluiten vriendschap, die echter niet zonder gevolgen blijft.
Samenvatting:
Als Bruno op een dag uit school komt staan de verhuisdozen al klaar. Vader heeft in opdracht van de Furie een nieuwe baan. Hij wordt kampcommandant van Oudwis. Bruno vindt het in het begin best spannend, maar als ze bij hun nieuwe huis arriveren begint hij er toch wel anders over te denken. Alles lijkt wel het tegenovergestelde van hun oude huis. Eerst woonde ze in een heel groot huis met allemaal kamers en hoekjes waar telkens weer nieuwe dingen ontdekt konden worden. En daar hield Bruno wel van. Maar dit huis was oud en kaal. Het was een heel stuk kleiner als eerst. Ik zal even kort de reactie van Bruno naar zijn moeder toe vertellen, dan merk je ook hoe bijdehand hij is.
“Ik vind’t maar niks, ik vind dat we dit maar het beste helemaal kunnen vergeten en gewoon weer naar huis moeten gaan. We zijn weer een ervaring rijker, en ik vind dat u gewoon tegen vader moet zeggen dat u zich hebt bedacht en, nou ja, als we hier voor de rest van de dag moeten blijven en vanavond hier moeten eten en slapen omdat we allemaal te moe zijn, dan is het niet zo erg, maar we zullen wel heel vroeg op moeten als we rond theetijd terug in Berlijn willen zijn” Want daar woonde ze eerst.
Maar hoe hij ook protesteert en de anderen probeert te manipuleren, het heeft geen zin. En als uiteindelijk duidelijk is dat hij er maar het beste van moet maken, gaat hij op onderzoek uit of er iets interessants valt te ontdekken. En dat vindt hij. Op zijn kamer is een raam en als hij daaruit kijkt, ziet hij iets wat hem een koud en naar gevoel geeft. Hij haalt er zelfs zijn zus Gretel bij, wat heel bijzonder voor hem is omdat hij stiekem een hekel aan haar heeft. Ze is maar 3 jaar ouder als hem maar doet altijd of ze alles beter weet en kleineert hem. En ze blijft s’ochtends veel te lang in de badkamer, ook als hij heel nodig naar de wc moet. Maar voor deze keer vergeet hij al die dingen. En samen kijken ze uit het raam. Daar zagen ze een aantal gebouwen waar allemaal jongens en mannen liepen. Wel honderden, bijna duizend! Omringd door hoge hekken met prikkeldraad. Ze keken allemaal heel triest en liepen maar wat rondjes. Het zag er donker en kil uit. En voor welstaande kinderen als Bruno en Gretel was het niet voor te stellen dat mensen zo konden leven. In hun naïviteit dachten ze dat het misschien het platteland was, maar ja, waar waren de dieren dan? Misschien in die gebouwen daarginds, deed Bruno wijs. Het kwam niet in hun op dat het een concentratiekamp was. Daar hadden ze waarschijnlijk nog nooit van gehoord. Ze vonden het wel vreemd dat ze allemaal in van die gestreepte pyjama’s liepen en dat de soldaten tegen hun schreeuwden en sloegen. Maar dat hoorde er misschien wel bij, zo dacht Bruno.
Na een tijdje begint Bruno al te wennen aan zijn situatie. Hij is er wel achtergekomen dat vader en moeder toch niet over te halen zijn. Daarom zoekt hij steun bij het dienstmeisje Maria die altijd heel aardig voor hem is geweest. Met haar kan hij wel eens praten over vader en luitenant Kotler waar Gretel zo gek op is en hij zo’n hekel aan heeft. Maar Gretel is gewoon een hopeloos geval die alleen maar aandacht wil. Bruno is een beetje bang voor Kotler omdat die je zo doordringend aan kan kijken en hij doet altijd net of Bruno een kindje is. En dat vindt hij vreselijk. Ook doet de luitenant heel lelijk tegen allemaal aardige mensen. Bijvoorbeeld Pavel, de hulp in huis die altijd voor hen kookt en Bruno een keer heeft geholpen toen hij heel hard van de schommel gevallen was. Toen heeft Pavel de wond schoongemaakt en er een pleister op gedaan. Daar is Bruno hem nog steeds dankbaar voor. Hij had namelijk wel dood kunnen bloeden.
Op een dag herinnert Bruno zich dat hij zo graag op ontdekkingsreis ging, en aangezien er in het huis niet veel te ontdekken viel ging hij naar buiten. Hij liep uren langs het hek, almaar verder. Er leek geen eind aan te komen; en net toen hij besloot om maar weer terug te gaan zag hij in de verte een stip die langzamerhand een jongen werd. En dat was het begin van de bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel uit het kamp. Totaal verschillend, Shmuel die honger leed en in het kamp woonde, en Bruno die alles had wat zijn hartje maar begeerde, maar toch verbonden met elkaar. Het frappante was namelijk dat ze allebei op 15 april 1934 geboren zijn.
Titel:. Shmuel, die draagt zo’n gestreepte pak, en Bruno denkt dat het pyjama’s zijn. Hij verwacht dus niet dat dat hun dagelijkse kleding is.
Bruno is erg nieuwsgierig naar hoe het is aan de andere kant van het hek.. Shmuel zegt dat het niet leuk is maar dat gelooft hij niet. Bruno heeft geen een vriendjes, en Shmuel wel. Ik wil jullie nu een stukje voorlezen over het gesprek tussen Shmuel en Bruno kort nadat ze elkaar hebben ontmoet.
Voortaan gaan Bruno minimaal een keer per week naar het hek toe om te praten met Shmuel. Vaak neemt hij wat eten mee want Shmuel is erg mager. Maar het is zo ver lopen, en vaak heeft hij het dan zelf al opgegeten. Ze praten over van alles en beiden kijken ze er altijd erg naar uit.
Als op een dag de Furie( zo noemen ze Hitler in het boek) bij hun komt eten moet alles helemaal tiptop in orde worden gemaakt. Iedereen in huis helpt hard mee, en als Bruno in de keuken komt ziet hij tot zijn grote verbazing Shmuel daar zitten. Hij moet glazen poetsen omdat hij zulke dunne vingers heeft. Bruno heeft erg trek en pakt uit de koelkast een stuk kip. Hij geeft Shmuel ook wat die scheel ziet van de honger. Eerst weigert hij nog, omdat luitenant Kotler het verboden heeft. Maar uiteindelijk pakt hij het toch aan en duwt het in één keer in zijn mond. Luitenant Kotler komt er toch achter. En als Bruno later Shmuel weer opzoekt bij hun vaste stekkie zit hij onder de blauwe plekken. Maar hij wil er niet over praten. En zo gaat het allemaal een beetje door. Ze zoeken elkaar op, praten met elkaar en gaan weer terug.
Bruno’s ouders hebben regelmatig ruzie over de situatie waarin ze nu verkeren. Moeder en Gretel voelen zich eenzaam en missen hun vrienden uit Berlijn. Bruno heeft natuurlijk Shmuel maar dat kan hij niet zeggen. En als vader op een dag meedeelt dat ze terug gaan naar Berlijn is Bruno daar niet echt blij mee. Vader zal in Oudwis blijven. Natuurlijk miste Bruno zijn vrienden wel, maar zijn vriendschap tussen Shmuel en hem was gewoon zo bijzonder...
Hij ziet er dan ook erg tegenop om het te gaan vertellen tegen Shmuel. Bruno verteld het en zegt ook dat hij heel graag een keer aan de andere kant van het hek wil komen kijken, dus waar Shmuel woont. Ook als heeft Shmuel al heel vaak gezegd dat het daar helemaal niet leuk is, Bruno kan dat niet geloven. En daarom spreken ze af dat Shmuel de volgende dag een gestreepte pyjama mee zal nemen voor hem zodat hij niet herkend kan worden. Ze lijken namelijk heel veel op elkaar aangezien Bruno net zo’n kaalgeschoren hoofd heeft als Shmuel. Dit in verband met luizen. En ja hoor, als daar dan eindelijk het moment aanbreekt gaan ze samen op pad. Hun doel is om de vader van Shmuel te gaan zoeken. Die plotseling verdwenen is. Volgens Bruno moet dat niet moeilijk zijn. Misschien heeft hij wel een dag vrij genomen van zijn werk of moest hij in een andere stad overwerken en de post werkt niet zo goed, dus ja. Maar Shmuel gelooft het niet echt. Aangestoken door Bruno’s enthousiasme gaan ze vol goede moed op stap. Ze lopen door het kamp, en terwijl Bruno zich verbaasd over de toch wel armoedige omstandigheden legt Shmuel het een en ander uit. Nee, Bruno had zich toch wel wat anders voorgesteld. Hij zegt daarom ook dat hij beter maar naar huis kan gaan. Nog voordat dat Shmuel daarop kan antwoorden komen er ineens soldaten aan die de mensen bij elkaar drijven en omsingelen. Ze moesten misschien wel op mars, dacht Shmuel angstig. En Bruno begon zich toch wel zorgen te maken omdat hij op tijd thuis moest zijn. Ze aten lekker vlees en het begon te regenen. Maar hij moest wel meelopen anders werden de soldaten boos. Met de stroom mensen mee liepen ze een gebouw binnen, dat wil ik jullie nog even voorlezen. Dat is ook het einde van de bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel.
Die vrienden waar Bruno het over had, waren dus zijn drie best vrienden uit Berlijn. In het begin miste hij die heel erg maar zoals hij ook zei, hij begon ze te vergeten en de vriendschap met Shmuel was hem veel meer waard. Ik vind het best een abrupt en schokkend einde, maar wel heel mooi. Het is totaal niet wat je verwacht. Het laatste hoofdstuk is een soort epiloog. Bruno’s vader vindt zijn kleren bij het hek en het gat daarin waar Bruno doorheen is gekomen. Daardoor vermoedt hij hoe Bruno aan zijn einde is gekomen. Met hem loopt het ook slecht af. Hij wordt opgepakt door soldaten en het kan hem niks meer schelen.
Wat ik het mooiste vond aan het boek:
Het mooiste stuk uit het boek vond ik toen Bruno samen met Shmuel door de douche liep. Het is ook heel emotioneel. Het is mooi om te zien hoe sterk een goede vriendschap is. Terwijl ze samen onder de gas-douche staan, blijven ze hand aan hand staan. Ze zijn allebei pas 9 maar toch al heel moedig.
''Je bent mijn beste vriend voor altijd, Shmuel. zei hij. Mijn beste vriend voor altijd. Misschien deed Shmuel zijn mond open om iets terug te zeggen, maar Bruno hoorde het meer want want op dat moment klonk een luide kreet van de mensen die in de ruimte waren omdat de deur aan de voorkant plotseling werd gesloten en er van de buitenkant een hard metalen geluid klonk. Bruno trok een wenkbrouw op, hij begreep dit alles niet, maar hij nam aan dat het gedaan werd om de regen buiten te houden en ervoor te zorgen dat de mensen geen kou konden vatten. En toen werd de ruimte heel donker en op de een of andere manier, ondanks de verwarring die daarop volgde, merkte Bruno dat hij nog steeds Shmuels hand vasthield en niets ter wereld had hen kunnen bewegen die los te laten''
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/65352
Ik vind dat je een goeie samenvatting hebt gevonden en dat ondanks de kleine spelfouten het een goede samenvatting is. Ook de inhoud vind ik goed maar de opmaak had iets beter gekund.
NL - KVK Verslag II - Guido de Koster
Schrijver: Jan Terlouw
Titel: Koning van Katoren
Jaar: 1971
Uitgever: Lemniscaat, Rotterdam
Inhoudsopgave:
1: Motivering keuze
2: Reactie
3: Flits samenvatting
4: Samenvatting boek
5: Kleine samenvatting mooie gebeurtenis
6: Eindoordeel
1. Motivering van mijn keuze
Ik was op zoek naar het boek “Oorlogswinter” in de bibliotheek. Toen zag ik dit boek staan. Ik heb toen de achterkant gelezen en toen dacht ik, dat boek kan ik wel lezen.
2. Reactie
Mijn eerste reactie op het boek is positief. Het boek is makkelijk te lezen, er staan geen moeilijke woorden in en de verhaallijn is ook goed. Er zijn tot nu toe (bijna) geen flashbacks in het verhaal.
3. Flits samenvatting
Het verhaal gaat over het bestuur van een land (koning en ministers) en Jan Terlouw heeft zelf ook een carrière als politicus gehad en is Commissaris van de Koningin geweest.
4. Samenvatting
Op de avond dat de koning van Katoren overlijdt wordt er een jongetje geboren: Stach. De dag na zijn geboorte valt zijn vader uit de vlaggenmast en overlijdt ook. Zijn moeder schrikt hier zo van dat zij de kraamvrouwenkoorts niet overleeft. Vanaf nu zal de oom van Stach (Gervaas) voor hem gaan zorgen. Er werd geen nieuwe koning benoemd. En op een avond droomde Gervaas dat Stach de koning van Katoren was.
Gervaas haalde Stach over om aan de ministers te vragen wat je moest doen om koning van Katoren te worden. Het antwoord hierop was dat hij 7 opdrachten moest vervullen. Als dat hem niet lukte zou dat zijn dood betekenen. Stach ging hiermee akkoord. Hij kreeg zijn eerste opdracht: maak een eind aan het geschreeuw van de vogels van Decibel. Stach had nog nooit van die vogels gehoord. Hij ging met volle moed op weg.
Zodra hij aankwam in het stadje vroeg hij de weg, maar niemand hoorde hem. Ze hadden ook nog rare kleppen op. Haastig roept een vrouw hem binnen. Ze legt uit dat de vogels van Decibel zo'n ontzettend lawaai maken dat je doof kan worden van hun geschreeuw. Zij geeft Stach ook een paar oorkleppen.
De burgemeester van Decibel legt alles uit over de vogels van Decibel. Na een aantal dagen wist Stach veel meer over de vogels. Dan heeft hij een idee. Hij koopt een toongenerator, en zodra de vogels er zijn zet hij de toongenerator aan. De vogels probeerden boven het geluid van de toongenerator te komen, maar als ze dat probeerde dan zette Stach de toongenerator elke keer een stukje hoger. Toen ze heel hoog waren gekomen konden de vogels niet meer hoger en al hun stembanden waren geknapt. Zo heeft Stach de eerste opdracht voltooid.
De tweede opdracht was: de granaatappelboom in Wapenfelt omhakken. In de trein naar Wapenfelt komt Stach de dochter van de burgemeester tegen, zij vertelt alles over de granaatappelboom. Aan de boom groeien granaten in plaats van appels. Als ze op de grond vallen veroorzaakt dat een grote explosie. Stach raakt verwond door granaatappelboom omdat hij te dicht bij kwam. Hij moet een paar dagen in bed blijven. Intussen bedenkt Stach een plan. Er staat een fabriek dichtbij de granaatappelboom, het is een kruitfabriek. Stach zorgt dat de fabriek ophoudt met kruit te maken, en er groeien dan weer appels aan de boom. Zo kon Stach de appelgranaatboom omhakken.
De derde opdracht was: dood de draak van Smook. De draak had zeven grote koppen. Als je er een kop afhakte groeide er weer meteen een nieuwe aan. Toen Stach aangekomen was in de stad merkte hij dat de lucht heel erg vervuild was. Na de kennismaking met de burgemeester weet hij alles over de draak. Ondertussen krijgt hij een liefdesbrief van Kim. Na een paar dagen gaat hij naar de draak toe, hij heeft alleen een geweer bij zich met maar één kogel. Als Stach de draak ziet schiet hij meteen. De draak is meteen dood. Alle mensen uit Smook zijn blij dat de vieze lucht is verdwenen en Stach gaat verder met zijn vierde opdracht.
Omdat de ministers erg boos waren bedenken zij een nog veel moeilijkere opdracht: Hij moet zorgen dat de kerken in Uikumene niet meer schuifelen. De bewoners hadden daar erg veel last van, want als er een kerk schuifelt, schuifelt hij soms gewoon over een huis heen. Stach weet dat de kerken gestuurd kunnen worden. Maar soms gaat dat sturen niet goed. Stach heeft dan een plan bedacht. Stach zorgt ervoor dat alle kerken tegelijkertijd op dezelfde plaats komen te staan. Dan botsen de kerken op elkaar en kunnen ze niet meer bewegen. Stach heeft de vierde opdracht voltooid!
Alleen de ministers zijn niet blij dat Stach de opdracht heeft voltooid daarom bedenken zij de opdracht vier A.
Kim leest in de krant dat Stach van de St-Aloïsius moet afspringen. Maar Stach wil dat soort opdrachten nooit doen. Kim bedenkt een plan: ze vraagt aan iedereen van de stad of hij of zij een kussen wil meenemen. Als de dag is aangebroken maken de mensen een hele grote stapel met kussens. Zodat Stach rustig kan springen, en dit doet hij dan ook.
Stachs vijfde opdracht is dat hij de knobbelneuzen in Afzette-Rije moet genezen. Afzette-Rije is een arme stad. De neuzen die Stach moet genezen zijn hele gekke neuzen. Er is een rode koolneus, de bloemkoolneus, de paddestoelneus enzovoort. De enige die de neuzen kunnen genezen zijn de Tara’s. Zij komen op bezoek en geven je een zalfje. Alleen dat bezoek is heel duur, je moet tien gulden betalen per woord wat de Tara’s zeggen en dan ook nog voor het zalfje. Stach vraagt dan aan iedereen of ze nog een beetje zalf over hebben en dat aan hem kunnen geven. Dat willen de mensen wel doen. Stach doet alle zalfjes bij elkaar en vraagt aan iemand of hij dat elke dag op zijn neus wil doen. Het zalfje werkt goed, de neus wordt weer normaal. Stach zorgt ervoor dat hij een echte Tara wordt. Zo krijgt hij te zien wat er allemaal in dat zalfje zit. Er zitten helemaal geen dure spullen in. Stach koopt deze spullen en laat aan alle mensen hoe je zo’n zalfje maakt. De Tara’s moeten voor straf het driedubbele betalen waar alle inwoners gewoon de normale prijs voor betalen. Zo heeft Stach ook de vijfde opdracht opgelost.
Stachs zesde opdracht is: vernietig de tovenaar in Ekilibrië. De tovenaar van Ekilibrië heet Pantaar. Iedere avond gaat hij naar een huis. Hij belt dan aan en vraagt om een aalmoes. Dan moet je hem iets dierbaars van je weggeven. Hij voelt dan of je echt wel iets dierbaars weggeeft. Als dat niet zo is dan pakt hij zelf iets dierbaars af. En als je je verzet dan verandert hij je in een gangklok. Een paar dagen later komt hij langs bij de burgemeester, maar hij bezit helemaal niets dierbaars. En hij geeft een portemonnee. Maar Pantaar vindt dat niet genoeg dus neemt hij Stach mee. Hij wil Stach in het vuur duwen maar Stach haalt hem over om eerst te gaan praten. Pantaar vertelt dat Hij elke avond iets dierbaars in het vuur moet gooien anders gaat Ekilibrië ten onder. Maar als er iemand vrijwillig in het vuur gaat, dan zal het vuur heel lang blijven branden. Stach belooft aan Pantaar dat hij zich morgen vrijwillig in het vuur laat gaan. Daar stemt Pantaar mee in. Stach zit de volgende dag bij de grot en eigenlijk is Pantaar wel verbaasd dat Stach daar nog zit. Pantaar. Stach vraagt aan Pantaar waarom hij niet veel eerder is gestopt met offeren. Dat heeft Pantaar zichzelf ook al heel vaak afgevraagd. Dan zegt Pantaar dat hij zichzelf wil offeren want hij is oud en Stach is nog jong. Dat doet Pantaar en het vuur blijft heel lang branden en Pantaar is dood. Zo heeft Stach de zesde opdracht voltooid.
De minister houden een vergadering in het park om de laatste opdracht te verzinnen. Stach moet op stenen stoel van Stellingwoude gaan zitten. Als Stach er is ziet hij meteen de grote stoel. Want Stellingwoude is maar een klein stadje en de stoel is heel groot. Stach loopt naar de stoel toe maar er is een groot ijzeren hek voor de stoel. Op het hangbord staat: wie deze stoel beklimt vermake aan zijn erven tevoren geld en goed, want hij zal zeker sterven. Stach gaat een cafeetje binnen en vraagt wie de sleutel van het hek heeft. Geesje van Dorp heeft de sleutel dus gaat hij meteen naar Geesje. Geesje vertelt hem dat je alleen op de stoel kunt gaan zitten als zes belangrijke personen je op de stoel tillen anders zul je sterven. Stach vraagt aan de ministers of zij hem op de stoel willen tillen, maar dat willen zij niet. Dan vraagt Stach aan alle burgemeesters waar hij is geweest of zij hem op de stoel willen tillen. De burgemeesters willen dat wel. Als ze er allemaal zijn tillen ze hem op de stoel. En alle mensen die kwamen waren kijken riepen heel hard: “ Leve de koning van Katoren!”
Stach is nu koning en benoemt de burgemeesters tot ministers. De oude ministers krijgen allemaal een opdracht die zij moeten vervullen.
Nadat Kim klaar is met school trouwt zij met Stach.
5: Samenvatting mooie gebeurtenissen
Het stukje wat ik het mooist vind in het boek is Stachs zesde opdracht over de tovenaar in Ekilibrië. Stach moet zelfmoord plegen om het probleem op te lossen. Hij besluit om het te doen, maar op het laatste moment wordt hij tegengehouden. De tovenaar heeft zoveel respect voor Stach dat hij het voor hem wil doen. Toen ik het stukje las vond ik het wel mooi dat een kwaadaarige tovenaar ook een goeie kant kan hebben. dat vond ik het mooiste stuk, en dat is denk ik ook het meest blijven hangen.
‘’Talloze keren heb ik besloten ermee op te houden, en even vaak hebben ze
me gedwongen door te gaan. Hun rode tongen vroegen om voedsel, vertelden
me in duizend wilde flakkeringen dat zij anders de mensen in de stad zouden
nemen, de ellendelingen in de stad, die dansten in de straten, zich koesterden
in de zon, die leefden alsof de wereld van hen was en er geen kwaad en verderf
bestond. Waarom heb ik het gedaan? Omdat ik ook gek ben, even gek als jij.
Maar ik ben oud en jij bent jong. Ik heb zo langzamerhand het recht om gek
te zijn. Jij niet. Jij moet je verstand gebruiken. Jij moet nog dansen in de
straten, jij moet je nog koesteren in de zon en denken dat de wereld van jou is.
Ik eis het recht op om gek te zijn. Aanvaard, o vuur, dit geringe offer”.
Met een nijdige grauw stort hij zich in de vlammen en is verdwenen.
6. Eindoordeel
Ik vond het een mooi boek, het was goed leesbaar en er zat een goede lijn in het verhaal. Verder bevatte het boek wat spanning, wat humor, o.a. de namen van de ministers en ook wat verdriet, maar dit wordt niet zo erg behandeld. Zo nu en dan was er eens een wat ‘duurder’ woord tussen.
Ik zag ook dat er in het boek een paar grote spellings- en schijffouten stonden, zoals …gvonden…
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/46870
Inleiding: Ik wil jullie wat vertellen over het boek: De jongen in de gestreepte pyjama.’ Het is geschreven door John Boyne. Omdat het een boek is, vertaald vanuit het Engels, staat het niet op de literatuurlijst. Dan is de kracht een beetje van de woorden af.
Ik vertel jullie nu kort wat over de schrijver. De titel verklaar ik tijdens mijn boekbespreking wel.
Schrijver: John Boyne is een Ierse schrijver, geboren in Dublin in 1971. Hij heeft op de Hogeschool in Dublin gezeten en op de Universiteit van East Anglia. Hij heeft 5 novelles gepubliceerd. De eerste heette een Dief van de tijd. Voor bijna elk boek heeft hij een award gewonnen. Maar het boek “de jongen in de gestreepte pyjama” is wel het bekendste boek geworden van hem. Het was zijn eerste boek voor jongeren, maar het kan ook heel goed door ouderen worden gelezen. Ook zijn daar de filmrechten al van verkocht. Buiten schrijven om is hij journalist, schrijft hij boekrecensies en andere artikelen. Zijn boeken worden vertaald in 32 talen en zijn dus overal verkrijgbaar. Verder is hij nu bezig met zijn 6e roman. Die wordt binnenkort gepubliceerd.
De aanleiding van John Boyne om dit boek te schrijven:
Hij had het beeld van twee jongens in het hoofd die aan beide kanten van een omheining zitten. Ze wisten niet wat ze daar deden, maar hij wel. En daar wilde hij een verhaal over vertellen. Dat is dus dit boek geworden. Hij zegt wel dat het onmogelijk is om de mensen van vandaag te laten begrijpen hoe erg de holocaust was, maar hij probeert wel om zoveel mogelijk emotionele waarheid aan het licht te brengen. En dan door het oog van een naïef jong kind. Omdat kinderen het zo ook kunnen begrijpen en die hebben ook recht op de waarheid.
Motivatie: Waarom heb ik voor dit boek gekozen? Ik had in eerste instantie nog nooit van dit boek gehoord. Toen lag het opeens thuis, dus ik had zoiets van: “Nou, laat ik eens gek doen en ff kijken wat dat voor boek is. Nooit gedacht dat het zó’n aangrijpend en meeslepend verhaal is. En ik wil jullie d.m.v. mijn boekbespreking er zo enthousiast over maken dat jullie het ook gaan lezen. Dit is gewoon een boek waarop niets is aan te merken. En gewoon steengoed geschreven. Het is vanuit het oog van een negenjarig jongetje geschreven en dat op een hele knappe manier. Het heeft een dubbele laag die je ongemerkt gelijk begrijpt. Het verhaal sprak me gewoon aan. Dus daarom doe ik hier mijn boekbespreking over, ook al staat hij niet op de lijst, jammer genoeg.
Tijd: Het boek speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1943.
Informatie hoofdpersoon: De hoofdpersoon in het boek is de 9-jarige Bruno. Het zoontje van een belangrijke onderdaan van Hitler. Bruno is een heel intelligent jongetje. Dat is goed te merken aan de manier hoe hij praat en bepaalde uitdrukkingen die hij gebruikt. Ik zal in mijn samenvatting een paar citaten daarvan laten horen. Als je het boek leest, lijkt hij veel ouder dan 9 jaar. Verder wil hij later ontdekkingsreiziger worden, en in het boek oefent hij daar alvast voor. Hij kijkt heel erg tegen zijn vader op. Omdat die altijd van die mooie uniformen draagt en heel sterk is en alles durft te zeggen. Terwijl Bruno dat niet mag. Bruno heeft een goed karakter. Hij wil graag voor iedereen heel goed zijn, en probeert altijd om geen verkeerde dingen te doen. Eerlijk zijn en gehoorzaam bijv. Hij neemt dingen heel scherp in zich op en het is heel grappig hoe hij dat voor zichzelf uitlegt. Enkele voorbeelden daarvan later in mijn samenvatting. Over zijn uiterlijk kan ik alleen zeggen dat hij heel klein voor zijn leeftijd is en daar regelmatig mee wordt geplaagd, wat hij overigens vreselijk vind.
De belangrijkste bij persoon is Shmuel. Een 9-jarig Joods jongetje met een totaal ander leven als Bruno. Hij probeert hem duidelijk te maken wat er allemaal gebeurt maar dat lukt niet echt. Ze sluiten vriendschap, die echter niet zonder gevolgen blijft.
Samenvatting:
Als Bruno op een dag uit school komt staan de verhuisdozen al klaar. Vader heeft in opdracht van de Furie een nieuwe baan. Hij wordt kampcommandant van Oudwis. Bruno vindt het in het begin best spannend, maar als ze bij hun nieuwe huis arriveren begint hij er toch wel anders over te denken. Alles lijkt wel het tegenovergestelde van hun oude huis. Eerst woonde ze in een heel groot huis met allemaal kamers en hoekjes waar telkens weer nieuwe dingen ontdekt konden worden. En daar hield Bruno wel van. Maar dit huis was oud en kaal. Het was een heel stuk kleiner als eerst. Ik zal even kort de reactie van Bruno naar zijn moeder toe vertellen, dan merk je ook hoe bijdehand hij is.
“Ik vind’t maar niks, ik vind dat we dit maar het beste helemaal kunnen vergeten en gewoon weer naar huis moeten gaan. We zijn weer een ervaring rijker, en ik vind dat u gewoon tegen vader moet zeggen dat u zich hebt bedacht en, nou ja, als we hier voor de rest van de dag moeten blijven en vanavond hier moeten eten en slapen omdat we allemaal te moe zijn, dan is het niet zo erg, maar we zullen wel heel vroeg op moeten als we rond theetijd terug in Berlijn willen zijn” Want daar woonde ze eerst.
Maar hoe hij ook protesteert en de anderen probeert te manipuleren, het heeft geen zin. En als uiteindelijk duidelijk is dat hij er maar het beste van moet maken, gaat hij op onderzoek uit of er iets interessants valt te ontdekken. En dat vindt hij. Op zijn kamer is een raam en als hij daaruit kijkt, ziet hij iets wat hem een koud en naar gevoel geeft. Hij haalt er zelfs zijn zus Gretel bij, wat heel bijzonder voor hem is omdat hij stiekem een hekel aan haar heeft. Ze is maar 3 jaar ouder als hem maar doet altijd of ze alles beter weet en kleineert hem. En ze blijft s’ochtends veel te lang in de badkamer, ook als hij heel nodig naar de wc moet. Maar voor deze keer vergeet hij al die dingen. En samen kijken ze uit het raam. Daar zagen ze een aantal gebouwen waar allemaal jongens en mannen liepen. Wel honderden, bijna duizend! Omringd door hoge hekken met prikkeldraad. Ze keken allemaal heel triest en liepen maar wat rondjes. Het zag er donker en kil uit. En voor welstaande kinderen als Bruno en Gretel was het niet voor te stellen dat mensen zo konden leven. In hun naïviteit dachten ze dat het misschien het platteland was, maar ja, waar waren de dieren dan? Misschien in die gebouwen daarginds, deed Bruno wijs. Het kwam niet in hun op dat het een concentratiekamp was. Daar hadden ze waarschijnlijk nog nooit van gehoord. Ze vonden het wel vreemd dat ze allemaal in van die gestreepte pyjama’s liepen en dat de soldaten tegen hun schreeuwden en sloegen. Maar dat hoorde er misschien wel bij, zo dacht Bruno.
Na een tijdje begint Bruno al te wennen aan zijn situatie. Hij is er wel achtergekomen dat vader en moeder toch niet over te halen zijn. Daarom zoekt hij steun bij het dienstmeisje Maria die altijd heel aardig voor hem is geweest. Met haar kan hij wel eens praten over vader en luitenant Kotler waar Gretel zo gek op is en hij zo’n hekel aan heeft. Maar Gretel is gewoon een hopeloos geval die alleen maar aandacht wil. Bruno is een beetje bang voor Kotler omdat die je zo doordringend aan kan kijken en hij doet altijd net of Bruno een kindje is. En dat vindt hij vreselijk. Ook doet de luitenant heel lelijk tegen allemaal aardige mensen. Bijvoorbeeld Pavel, de hulp in huis die altijd voor hen kookt en Bruno een keer heeft geholpen toen hij heel hard van de schommel gevallen was. Toen heeft Pavel de wond schoongemaakt en er een pleister op gedaan. Daar is Bruno hem nog steeds dankbaar voor. Hij had namelijk wel dood kunnen bloeden.
Op een dag herinnert Bruno zich dat hij zo graag op ontdekkingsreis ging, en aangezien er in het huis niet veel te ontdekken viel ging hij naar buiten. Hij liep uren langs het hek, almaar verder. Er leek geen eind aan te komen; en net toen hij besloot om maar weer terug te gaan zag hij in de verte een stip die langzamerhand een jongen werd. En dat was het begin van de bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel uit het kamp. Totaal verschillend, Shmuel die honger leed en in het kamp woonde, en Bruno die alles had wat zijn hartje maar begeerde, maar toch verbonden met elkaar. Het frappante was namelijk dat ze allebei op 15 april 1934 geboren zijn.
Titel:. Shmuel, die draagt zo’n gestreepte pak, en Bruno denkt dat het pyjama’s zijn. Hij verwacht dus niet dat dat hun dagelijkse kleding is.
Bruno is erg nieuwsgierig naar hoe het is aan de andere kant van het hek.. Shmuel zegt dat het niet leuk is maar dat gelooft hij niet. Bruno heeft geen een vriendjes, en Shmuel wel. Ik wil jullie nu een stukje voorlezen over het gesprek tussen Shmuel en Bruno kort nadat ze elkaar hebben ontmoet.
Voortaan gaan Bruno minimaal een keer per week naar het hek toe om te praten met Shmuel. Vaak neemt hij wat eten mee want Shmuel is erg mager. Maar het is zo ver lopen, en vaak heeft hij het dan zelf al opgegeten. Ze praten over van alles en beiden kijken ze er altijd erg naar uit.
Als op een dag de Furie( zo noemen ze Hitler in het boek) bij hun komt eten moet alles helemaal tiptop in orde worden gemaakt. Iedereen in huis helpt hard mee, en als Bruno in de keuken komt ziet hij tot zijn grote verbazing Shmuel daar zitten. Hij moet glazen poetsen omdat hij zulke dunne vingers heeft. Bruno heeft erg trek en pakt uit de koelkast een stuk kip. Hij geeft Shmuel ook wat die scheel ziet van de honger. Eerst weigert hij nog, omdat luitenant Kotler het verboden heeft. Maar uiteindelijk pakt hij het toch aan en duwt het in één keer in zijn mond. Luitenant Kotler komt er toch achter. En als Bruno later Shmuel weer opzoekt bij hun vaste stekkie zit hij onder de blauwe plekken. Maar hij wil er niet over praten. En zo gaat het allemaal een beetje door. Ze zoeken elkaar op, praten met elkaar en gaan weer terug.
Bruno’s ouders hebben regelmatig ruzie over de situatie waarin ze nu verkeren. Moeder en Gretel voelen zich eenzaam en missen hun vrienden uit Berlijn. Bruno heeft natuurlijk Shmuel maar dat kan hij niet zeggen. En als vader op een dag meedeelt dat ze terug gaan naar Berlijn is Bruno daar niet echt blij mee. Vader zal in Oudwis blijven. Natuurlijk miste Bruno zijn vrienden wel, maar zijn vriendschap tussen Shmuel en hem was gewoon zo bijzonder...
Hij ziet er dan ook erg tegenop om het te gaan vertellen tegen Shmuel. Bruno verteld het en zegt ook dat hij heel graag een keer aan de andere kant van het hek wil komen kijken, dus waar Shmuel woont. Ook als heeft Shmuel al heel vaak gezegd dat het daar helemaal niet leuk is, Bruno kan dat niet geloven. En daarom spreken ze af dat Shmuel de volgende dag een gestreepte pyjama mee zal nemen voor hem zodat hij niet herkend kan worden. Ze lijken namelijk heel veel op elkaar aangezien Bruno net zo’n kaalgeschoren hoofd heeft als Shmuel. Dit in verband met luizen. En ja hoor, als daar dan eindelijk het moment aanbreekt gaan ze samen op pad. Hun doel is om de vader van Shmuel te gaan zoeken. Die plotseling verdwenen is. Volgens Bruno moet dat niet moeilijk zijn. Misschien heeft hij wel een dag vrij genomen van zijn werk of moest hij in een andere stad overwerken en de post werkt niet zo goed, dus ja. Maar Shmuel gelooft het niet echt. Aangestoken door Bruno’s enthousiasme gaan ze vol goede moed op stap. Ze lopen door het kamp, en terwijl Bruno zich verbaasd over de toch wel armoedige omstandigheden legt Shmuel het een en ander uit. Nee, Bruno had zich toch wel wat anders voorgesteld. Hij zegt daarom ook dat hij beter maar naar huis kan gaan. Nog voordat dat Shmuel daarop kan antwoorden komen er ineens soldaten aan die de mensen bij elkaar drijven en omsingelen. Ze moesten misschien wel op mars, dacht Shmuel angstig. En Bruno begon zich toch wel zorgen te maken omdat hij op tijd thuis moest zijn. Ze aten lekker vlees en het begon te regenen. Maar hij moest wel meelopen anders werden de soldaten boos. Met de stroom mensen mee liepen ze een gebouw binnen, dat wil ik jullie nog even voorlezen. Dat is ook het einde van de bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel.
Die vrienden waar Bruno het over had, waren dus zijn drie best vrienden uit Berlijn. In het begin miste hij die heel erg maar zoals hij ook zei, hij begon ze te vergeten en de vriendschap met Shmuel was hem veel meer waard. Ik vind het best een abrupt en schokkend einde, maar wel heel mooi. Het is totaal niet wat je verwacht. Het laatste hoofdstuk is een soort epiloog. Bruno’s vader vindt zijn kleren bij het hek en het gat daarin waar Bruno doorheen is gekomen. Daardoor vermoedt hij hoe Bruno aan zijn einde is gekomen. Met hem loopt het ook slecht af. Hij wordt opgepakt door soldaten en het kan hem niks meer schelen.
Wat ik het mooiste vond aan het boek:
Het mooiste stuk uit het boek vond ik toen Bruno samen met Shmuel door de douche liep. Het is ook heel emotioneel. Het is mooi om te zien hoe sterk een goede vriendschap is. Terwijl ze samen onder de gas-douche staan, blijven ze hand aan hand staan. Ze zijn allebei pas 9 maar toch al heel moedig.
''Je bent mijn beste vriend voor altijd, Shmuel. zei hij. Mijn beste vriend voor altijd. Misschien deed Shmuel zijn mond open om iets terug te zeggen, maar Bruno hoorde het meer want want op dat moment klonk een luide kreet van de mensen die in de ruimte waren omdat de deur aan de voorkant plotseling werd gesloten en er van de buitenkant een hard metalen geluid klonk. Bruno trok een wenkbrouw op, hij begreep dit alles niet, maar hij nam aan dat het gedaan werd om de regen buiten te houden en ervoor te zorgen dat de mensen geen kou konden vatten. En toen werd de ruimte heel donker en op de een of andere manier, ondanks de verwarring die daarop volgde, merkte Bruno dat hij nog steeds Shmuels hand vasthield en niets ter wereld had hen kunnen bewegen die los te laten''
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/65352
Ik vind dat je een goeie samenvatting hebt gevonden en dat ondanks de kleine spelfouten het een goede samenvatting is. Ook de inhoud vind ik goed maar de opmaak had iets beter gekund.
NL - KVK Verslag II - Guido de Koster
Schrijver: Jan Terlouw
Titel: Koning van Katoren
Jaar: 1971
Uitgever: Lemniscaat, Rotterdam
Inhoudsopgave:
1: Motivering keuze
2: Reactie
3: Flits samenvatting
4: Samenvatting boek
5: Kleine samenvatting mooie gebeurtenis
6: Eindoordeel
1. Motivering van mijn keuze
Ik was op zoek naar het boek “Oorlogswinter” in de bibliotheek. Toen zag ik dit boek staan. Ik heb toen de achterkant gelezen en toen dacht ik, dat boek kan ik wel lezen.
2. Reactie
Mijn eerste reactie op het boek is positief. Het boek is makkelijk te lezen, er staan geen moeilijke woorden in en de verhaallijn is ook goed. Er zijn tot nu toe (bijna) geen flashbacks in het verhaal.
3. Flits samenvatting
Het verhaal gaat over het bestuur van een land (koning en ministers) en Jan Terlouw heeft zelf ook een carrière als politicus gehad en is Commissaris van de Koningin geweest.
4. Samenvatting
Op de avond dat de koning van Katoren overlijdt wordt er een jongetje geboren: Stach. De dag na zijn geboorte valt zijn vader uit de vlaggenmast en overlijdt ook. Zijn moeder schrikt hier zo van dat zij de kraamvrouwenkoorts niet overleeft. Vanaf nu zal de oom van Stach (Gervaas) voor hem gaan zorgen. Er werd geen nieuwe koning benoemd. En op een avond droomde Gervaas dat Stach de koning van Katoren was.
Gervaas haalde Stach over om aan de ministers te vragen wat je moest doen om koning van Katoren te worden. Het antwoord hierop was dat hij 7 opdrachten moest vervullen. Als dat hem niet lukte zou dat zijn dood betekenen. Stach ging hiermee akkoord. Hij kreeg zijn eerste opdracht: maak een eind aan het geschreeuw van de vogels van Decibel. Stach had nog nooit van die vogels gehoord. Hij ging met volle moed op weg.
Zodra hij aankwam in het stadje vroeg hij de weg, maar niemand hoorde hem. Ze hadden ook nog rare kleppen op. Haastig roept een vrouw hem binnen. Ze legt uit dat de vogels van Decibel zo'n ontzettend lawaai maken dat je doof kan worden van hun geschreeuw. Zij geeft Stach ook een paar oorkleppen.
De burgemeester van Decibel legt alles uit over de vogels van Decibel. Na een aantal dagen wist Stach veel meer over de vogels. Dan heeft hij een idee. Hij koopt een toongenerator, en zodra de vogels er zijn zet hij de toongenerator aan. De vogels probeerden boven het geluid van de toongenerator te komen, maar als ze dat probeerde dan zette Stach de toongenerator elke keer een stukje hoger. Toen ze heel hoog waren gekomen konden de vogels niet meer hoger en al hun stembanden waren geknapt. Zo heeft Stach de eerste opdracht voltooid.
De tweede opdracht was: de granaatappelboom in Wapenfelt omhakken. In de trein naar Wapenfelt komt Stach de dochter van de burgemeester tegen, zij vertelt alles over de granaatappelboom. Aan de boom groeien granaten in plaats van appels. Als ze op de grond vallen veroorzaakt dat een grote explosie. Stach raakt verwond door granaatappelboom omdat hij te dicht bij kwam. Hij moet een paar dagen in bed blijven. Intussen bedenkt Stach een plan. Er staat een fabriek dichtbij de granaatappelboom, het is een kruitfabriek. Stach zorgt dat de fabriek ophoudt met kruit te maken, en er groeien dan weer appels aan de boom. Zo kon Stach de appelgranaatboom omhakken.
De derde opdracht was: dood de draak van Smook. De draak had zeven grote koppen. Als je er een kop afhakte groeide er weer meteen een nieuwe aan. Toen Stach aangekomen was in de stad merkte hij dat de lucht heel erg vervuild was. Na de kennismaking met de burgemeester weet hij alles over de draak. Ondertussen krijgt hij een liefdesbrief van Kim. Na een paar dagen gaat hij naar de draak toe, hij heeft alleen een geweer bij zich met maar één kogel. Als Stach de draak ziet schiet hij meteen. De draak is meteen dood. Alle mensen uit Smook zijn blij dat de vieze lucht is verdwenen en Stach gaat verder met zijn vierde opdracht.
Omdat de ministers erg boos waren bedenken zij een nog veel moeilijkere opdracht: Hij moet zorgen dat de kerken in Uikumene niet meer schuifelen. De bewoners hadden daar erg veel last van, want als er een kerk schuifelt, schuifelt hij soms gewoon over een huis heen. Stach weet dat de kerken gestuurd kunnen worden. Maar soms gaat dat sturen niet goed. Stach heeft dan een plan bedacht. Stach zorgt ervoor dat alle kerken tegelijkertijd op dezelfde plaats komen te staan. Dan botsen de kerken op elkaar en kunnen ze niet meer bewegen. Stach heeft de vierde opdracht voltooid!
Alleen de ministers zijn niet blij dat Stach de opdracht heeft voltooid daarom bedenken zij de opdracht vier A.
Kim leest in de krant dat Stach van de St-Aloïsius moet afspringen. Maar Stach wil dat soort opdrachten nooit doen. Kim bedenkt een plan: ze vraagt aan iedereen van de stad of hij of zij een kussen wil meenemen. Als de dag is aangebroken maken de mensen een hele grote stapel met kussens. Zodat Stach rustig kan springen, en dit doet hij dan ook.
Stachs vijfde opdracht is dat hij de knobbelneuzen in Afzette-Rije moet genezen. Afzette-Rije is een arme stad. De neuzen die Stach moet genezen zijn hele gekke neuzen. Er is een rode koolneus, de bloemkoolneus, de paddestoelneus enzovoort. De enige die de neuzen kunnen genezen zijn de Tara’s. Zij komen op bezoek en geven je een zalfje. Alleen dat bezoek is heel duur, je moet tien gulden betalen per woord wat de Tara’s zeggen en dan ook nog voor het zalfje. Stach vraagt dan aan iedereen of ze nog een beetje zalf over hebben en dat aan hem kunnen geven. Dat willen de mensen wel doen. Stach doet alle zalfjes bij elkaar en vraagt aan iemand of hij dat elke dag op zijn neus wil doen. Het zalfje werkt goed, de neus wordt weer normaal. Stach zorgt ervoor dat hij een echte Tara wordt. Zo krijgt hij te zien wat er allemaal in dat zalfje zit. Er zitten helemaal geen dure spullen in. Stach koopt deze spullen en laat aan alle mensen hoe je zo’n zalfje maakt. De Tara’s moeten voor straf het driedubbele betalen waar alle inwoners gewoon de normale prijs voor betalen. Zo heeft Stach ook de vijfde opdracht opgelost.
Stachs zesde opdracht is: vernietig de tovenaar in Ekilibrië. De tovenaar van Ekilibrië heet Pantaar. Iedere avond gaat hij naar een huis. Hij belt dan aan en vraagt om een aalmoes. Dan moet je hem iets dierbaars van je weggeven. Hij voelt dan of je echt wel iets dierbaars weggeeft. Als dat niet zo is dan pakt hij zelf iets dierbaars af. En als je je verzet dan verandert hij je in een gangklok. Een paar dagen later komt hij langs bij de burgemeester, maar hij bezit helemaal niets dierbaars. En hij geeft een portemonnee. Maar Pantaar vindt dat niet genoeg dus neemt hij Stach mee. Hij wil Stach in het vuur duwen maar Stach haalt hem over om eerst te gaan praten. Pantaar vertelt dat Hij elke avond iets dierbaars in het vuur moet gooien anders gaat Ekilibrië ten onder. Maar als er iemand vrijwillig in het vuur gaat, dan zal het vuur heel lang blijven branden. Stach belooft aan Pantaar dat hij zich morgen vrijwillig in het vuur laat gaan. Daar stemt Pantaar mee in. Stach zit de volgende dag bij de grot en eigenlijk is Pantaar wel verbaasd dat Stach daar nog zit. Pantaar. Stach vraagt aan Pantaar waarom hij niet veel eerder is gestopt met offeren. Dat heeft Pantaar zichzelf ook al heel vaak afgevraagd. Dan zegt Pantaar dat hij zichzelf wil offeren want hij is oud en Stach is nog jong. Dat doet Pantaar en het vuur blijft heel lang branden en Pantaar is dood. Zo heeft Stach de zesde opdracht voltooid.
De minister houden een vergadering in het park om de laatste opdracht te verzinnen. Stach moet op stenen stoel van Stellingwoude gaan zitten. Als Stach er is ziet hij meteen de grote stoel. Want Stellingwoude is maar een klein stadje en de stoel is heel groot. Stach loopt naar de stoel toe maar er is een groot ijzeren hek voor de stoel. Op het hangbord staat: wie deze stoel beklimt vermake aan zijn erven tevoren geld en goed, want hij zal zeker sterven. Stach gaat een cafeetje binnen en vraagt wie de sleutel van het hek heeft. Geesje van Dorp heeft de sleutel dus gaat hij meteen naar Geesje. Geesje vertelt hem dat je alleen op de stoel kunt gaan zitten als zes belangrijke personen je op de stoel tillen anders zul je sterven. Stach vraagt aan de ministers of zij hem op de stoel willen tillen, maar dat willen zij niet. Dan vraagt Stach aan alle burgemeesters waar hij is geweest of zij hem op de stoel willen tillen. De burgemeesters willen dat wel. Als ze er allemaal zijn tillen ze hem op de stoel. En alle mensen die kwamen waren kijken riepen heel hard: “ Leve de koning van Katoren!”
Stach is nu koning en benoemt de burgemeesters tot ministers. De oude ministers krijgen allemaal een opdracht die zij moeten vervullen.
Nadat Kim klaar is met school trouwt zij met Stach.
5: Samenvatting mooie gebeurtenissen
Het stukje wat ik het mooist vind in het boek is Stachs zesde opdracht over de tovenaar in Ekilibrië. Stach moet zelfmoord plegen om het probleem op te lossen. Hij besluit om het te doen, maar op het laatste moment wordt hij tegengehouden. De tovenaar heeft zoveel respect voor Stach dat hij het voor hem wil doen. Toen ik het stukje las vond ik het wel mooi dat een kwaadaarige tovenaar ook een goeie kant kan hebben. dat vond ik het mooiste stuk, en dat is denk ik ook het meest blijven hangen.
‘’Talloze keren heb ik besloten ermee op te houden, en even vaak hebben ze
me gedwongen door te gaan. Hun rode tongen vroegen om voedsel, vertelden
me in duizend wilde flakkeringen dat zij anders de mensen in de stad zouden
nemen, de ellendelingen in de stad, die dansten in de straten, zich koesterden
in de zon, die leefden alsof de wereld van hen was en er geen kwaad en verderf
bestond. Waarom heb ik het gedaan? Omdat ik ook gek ben, even gek als jij.
Maar ik ben oud en jij bent jong. Ik heb zo langzamerhand het recht om gek
te zijn. Jij niet. Jij moet je verstand gebruiken. Jij moet nog dansen in de
straten, jij moet je nog koesteren in de zon en denken dat de wereld van jou is.
Ik eis het recht op om gek te zijn. Aanvaard, o vuur, dit geringe offer”.
Met een nijdige grauw stort hij zich in de vlammen en is verdwenen.
6. Eindoordeel
Ik vond het een mooi boek, het was goed leesbaar en er zat een goede lijn in het verhaal. Verder bevatte het boek wat spanning, wat humor, o.a. de namen van de ministers en ook wat verdriet, maar dit wordt niet zo erg behandeld. Zo nu en dan was er eens een wat ‘duurder’ woord tussen.
Ik zag ook dat er in het boek een paar grote spellings- en schijffouten stonden, zoals …gvonden…
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/46870